once, ones, one's
De woorden once, ones en one's klinken hetzelfde, maar hebben verschillende betekenissen.
Once
Once betekent eenmaal, ooit.
- Once upon a time there was a king.
(Er was eens een koning.)
Ones
The ones betekent degene(n).
- If you choose the blue balls, I will take the red ones.
(Als jij blauwe ballen kiest, neem ik de rode.)
One's
One betekent niet alleen "één", maar ook "men".
One's is daarvan afgeleid en betekent iemands.
- One must always control one's emotions.
(Men moet altijd z'n emoties beheersen.)