21 APR (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 21-04-2025 zo ingevuld:
(Zie je Amber? Ze zwaait naar je!) Can you see Amber? She ........ at you!
is waving waves are waving waved
Je gebruikt de tegenwoordige tijd in duurvorm ("to be" gevolgd door een werkwoord + -ing) voor iets dat nu aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
(Ken je iemand die ooit op een ezel heeft gereden?) Do you know anyone who has ever ........ a donkey?
driven ridden
Bij alle voertuigen die vier of meer wielen hebben gebruik je "drive". Bij alle andere voertuigen en bij dieren gebruiken we "ride".
Zie ook de pagina drive, ride.
(Een van onze paarden viel, toen het over een heg probeerde te springen.) One of our horses fell, when it tried to jump ........ a hedge.
over across next to after
'Over' (betekenis: over) is een voorzetsel van beweging.
Zie ook de pagina in, at, on.
(We zitten vast! Weet jij hoe je een band verwisselt?) We're stuck! Do you know how to change a ........ ?
tyre tear tair tier
tyre (in VS: tire) = (auto)band
tier = (bouw)laag tear = traan
Zie ook de pagina accessible.