Als je wilt zeggen dat iets niet zo is, maak je een ontkenning. In een zin met een hoofdwerkwoord maak je een ontkenning door er don't/do not (bij I, you, we of they) of doesn't/does not (bij he, she en it) voor te zetten. Let op: Het hoofdwerkwoord krijgt dan niet de vorm met -s, maar het hele werkwoord zonder 'to'.
Zie ook de pagina ontkenning.

Bijvoeglijke naamwoorden van één lettergreep krijgen in de vergrotende trap -er. 'soon' wordt dus 'sooner'.
Zie ook de pagina big - bigger - biggest.

Hoewel 'shoes' en 'lose' qua spelling sterk van elkaar verschillen, spreek je 'oe' in shoes en 'o' in 'lose' allebei ongeveer uit als de Nederlandse 'oe'.
Zie ook de pagina heard, beard, heart.

Het bijwoord van onbepaalde tijd (never) komt direct achter de werkwoordsvorm van to be (was).
Zie ook de pagina woordvolgorde.