Zinnen met een hoofdwerkwoord (in dit geval 'work') maak je vragend door de zin te beginnen met een vorm van 'to do'. Bij he/she/it gebruik je 'does'.
Zie ook de pagina vraag.

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord (een woord waar je vaak "de/het/een" voor kunt zetten). In dit geval zegt 'red' iets over 'sweater'.
Zie ook de pagina silent - silently.

De 'oo' in door en de 'ou' in 'four' spreek je ongeveer allebei zo uit als een lange 'oooh'. De klank lijkt een beetje op de 'o' in donker.
Zie ook de pagina heard, beard, heart.

Dit spreekwoord betekent: als je veel oefent, word je vanzelf beter.
Letterlijk: oefenen maakt perfect.
Zie ook de pagina cats and dogs.