28907 actieve gebruikers
Inloggen bestaande gebruiker
Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


bijv. naamw., bijw. | silent - silently

Bijvoeglijke naamwoorden

Een bijvoeglijk naamwoord beschrijft iets of iemand. Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord, een woord waar je vaak 'de', 'het' of 'een' voor kunt zetten:

  • Frank is a good singer.
    (Frank is een goede zanger.)
    - Dit zegt iets over de zangkwaliteiten van Frank.
  • My brother is a careful driver.
    (Mijn broer is een goede chauffeur.)
    - Dit zegt iets over de rijkwaliteiten van mijn broer.
  • It's a perfect video clip.
    (Het is een perfecte videoclip.)
    - Dit zegt iets over de videoclip.

Er kunnen ook twee bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar staan, die dan allebei betrekking hebben op het zelfstandige naamwoord erachter. Net als in het Nederlands komt er dan een komma tussen beide bijvoeglijke naamwoorden op de plaats waar je ook "and" had kunnen zeggen.

Bijvoorbeeld:

  • It was a long, hot summer.
    (Het was een lange, hete zomer.)

 

Bijwoorden 

Een bijwoord kan een aantal andere woorden beschrijven. Het kan bijvoorbeeld iets zeggen over de manier waarop iets gebeurt:

  • The cat sneaked out silently.
    (De kat sloop stilletjes naar buiten).
    - Dit zegt iets over hoe de kat sloop.
  • My brother drives carefully.
    (Mijn broer rijdt voorzichtig.)
    - Dit zegt iets over de manier waarop mijn broer rijdt.
  • That clip was filmed perfectly.
    (Die clip werd perfect gefilmd.)
    - Dit zegt iets over de manier waarop de clip was gefilmd.
  • Let's go to sleep, she said lazily.
    (Laten we gaan slapen, zei ze lui.)
    De y van 'lazy' wordt een i: lazily.
    - Dit zegt iets over de manier van praten.
  • Frank sings well.
    (Frank zingt goed.)
    Het bijwoord van 'good' is 'well'.
    - Dit zegt iets over de manier waarop Frank zingt.

Meestal maak je een bijwoord door 'ly' toe te voegen aan het bijvoeglijk naamwoord:

  • awful - awfully
  • perfect - perfectly
  • quick - quickly
  • real - really

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op 'ic', voeg je 'ally' toe:

  • basic - basically
  • fantastic - fantastically
  • (uitzondering) public - publicly

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een y, verandert de y in een i:

  • easy - easily
  • lucky - luckily

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op 'le'. verandert de e in een y:

  • gentle - gently
  • possible - possibly

 

Wanneer geen bijwoord?

Bij de werkwoorden to be (zijn), get (worden), grow (worden), seem (lijken), feel (voelen als), look (er uitzien), smell (rieken, geuren), sound (klinken), taste (smaken), turn (worden), become (worden) wordt een bijvoeglijk naamwoord gebruikt en geen bijwoord:

  • I am quick. (niet: quickly)
  • The cake is getting perfect (niet: perfectly)
  • I grow impatient (niet: impatiently) 
  • It seems serious. (niet: seriously)
  • I feel good. (niet: well)
  • He turns pale. (niet: palely)
  • It looks nice. (niet: nicely)
  • It smells awful. (niet: awfully)
  • It sounds melodious. (niet: melodiously)
  • It tastes disgusting. (niet: disgustingly)

De genoemde werkwoorden beschrijven in deze betekenissen steeds een eigenschap van de hoofdpersoon (het onderwerp). Daarom gebruik je een bijvoeglijk naamwoord en geen bijwoord. Het bijvoeglijk naamwoord zegt namelijk in deze gevallen iets over het onderwerp, niet over de manier waarop bijvoorbeeld geroken of gevoeld wordt.

 

Maar sommige van de genoemde werkwoorden kunnen ook een handeling betekenen en dan gebruik je wél een bijwoord. Bijvoorbeeld:

  • The security guard looked suspiciously at everyone. ('Look' betekent hier 'kijken'.)
  • The dancer turned quickly. ('Turn' betekent hier 'draaien'.)

 

Bijwoorden kunnen ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord:

  • Frank is an extremely good singer.
    (Frank is een extreem goede zanger.)
    - Frank zingt niet zomaar goed, maar extreem goed. Dit zegt dus iets over goed.
  • My brother is a tremendously careful driver.
    (Mijn broer is een enorm voorzichtige bestuurder.)
    - Mijn broer is niet zomaar een voorzichtige bestuurder, maar een enorm voorzichtige bestuurder. Het zegt dus iets over voorzichtig.
  • Look at those fantastically coloured birds.
    (Kijk eens naar die fantastisch gekleurde vogels.)

 

Bijwoorden kunnen ook iets zeggen over een ander bijwoord:

  • The band played really nicely.
    (De band speelde echt mooi.)
    - Dit zegt iets over "nicely".
  • He drove awfully slowly.
    (Hij reed vreselijk langzaam.)
    - Dit zegt iets over "slowly".

 

Onregelmatige bijwoorden 

Je maakt de meeste bijwoorden door -ly achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.

Er zijn ook onregelmatige bijwoorden.

 

Bijvoeglijk

naamwoord

Bijwoord
 

good

well

  • Frank is a very good singer.
    Frank sings very well.

 

Daarnaast hebben de volgende bijwoorden dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord:

 

Bijvoeglijk

naamwoord

Bijwoord
 

deep 

deep (of deeply)

fast

fast

fair (eerlijk)

fair (of fairly)

low

low

hard

hard

high 

high (of highly)

late

late

long 

long 

loud

loud (of loudly)

right 

right (of rightly)

straight

straight

wrong 

wrong (of wrongly)

  • The swimmer dives deep.
  • The car goes very fast.
  • Are you playing fair?

Sommige van bovenstaande uitzonderingen bestaan als bijwoord zowel met als zonder -ly:

  • He is swimming deep. / I am deeply hurt.
  • He did not play fair. / He was not fairly accused.
  • She can sing very high. / He was highly regarded.
  • He had guessed right. / The city is rightly famous for its buildings.
  • What am I doing wrong? / He was wrongly accused.

Bij poor/poorly heeft het bijwoord een andere lading of betekenis dan het bijvoeglijk naamwoord:

  • She is a poor woman.
    poor = arm
  • The company is performing poorly.
    The jobs are poorly paid.
    She looks poorly.
    poorly = slecht, belabberd, ongezond

 

Fairly, quite of rather

Fairly, quite en rather beteken allemaal "nogal", "behoorlijk", maar fairly is zwakker dan rather. Quite zit er een beetje tussenin.

  • The show is fairly good.
    (De show is wel aardig, maar niet bijzonder noemenswaardig.)
  • The show is quite good.
    (De show is redelijk goed, best de moeite waard.)
  • The show is rather good.
    (Het is een verrassend goede show, een echte aanrader.)

 

Vergrotende en overtreffende trap

Als een regelmatig bijwoord gebruikt wordt in de vergrotende of overtreffende trap, gebruik je more en most en blijft de uitgang "ly" bestaan:

  • Mitch is working quietly.
    He is working more quietly than his sister. (dus niet: quieter)
    He works most quietly. (dus niet: quietest)





Beter Spellen  Beter Rekenen  NU Beter Engels  NU Beter Duits  NU Beter Frans  NU Beter Spaans  Beter Bijbel  

© 2012 - NU Beter Engels is een initiatief van Martin van Toll Producties

in samenwerking met Noordhoff